Walter lust geen ossobucco
"Ach kom nou, die ossobucco lust ik niet"! Walter kruiste zijn armen en leunde achterover tegen zijn stoel."Het is niet die ossobucco die ik lust". Zijn vrouw, die inmiddels toch wel wat van hem gewend was, fronste haar wenkbrauwen en gaf zichzelf dan maar een extra grote portie." Lust ik ze wel die ossobucco? Ik dacht het niet"! Het was zijn vrouw nu wel erg duidelijk dat haar ossobuco een maat voor niets was. Op zich was dat niets ongewoon, Walter at immers niets van al haar bereidingen. Alleen waren er nogal weinig alternatieven. Daarom at hij uiteindelijk toch altijd braaf zijn bord leeg. Waar ze zich wel over verbaasde was dat Walter zijn ongenoegen op zo'n vreemde manier te kennen gaf. Vooral de hoogdravende zinsformuleringen die hij uitkoos, waren hoogst abnormaal."Ossobucco? Niet dat ik ze lust...Nee, van ossobucco lust ik beslist geen pap"! Zijn vrouw wist niet meer waar ze het had. Voor een meisje van simpele komaf was het ook niet echt een sinecure om een dergelijk woordgebruik zonder enige moeite te begrijpen. Ze voelde zich erg ongemakkelijk bij deze voor haar onbekende situatie en stiekem verlangde ze dat Walter weer in zijn normale doen zou hervallen."Geef me eten hoer"! Geen zwijnenkost"! Het was één van die vele uitspraken die niet echt vriendelijk bedoeld waren maar tenminste wel duidelijkheid schiepen."Ik durf u stellig te verzekeren dat deze ossobucco mij geen enkele voldoening zal verstrekken"! Walter was recht gaan staan en schoof zijn stoel keurig onder de tafel."Zo. Dat dit een krachtig signaal mag zijn"! Zijn vrouw barstte in tranen uit. Luid snikkend vroeg ze Walter om weer te praten als vroeger. Spijtig, Walter bleef onvermurwbaar."Hoezeer uw tranen mij ook ontroeren, de ossobucco kan helaas niet aan mijn gastronomische verlangens beantwoorden. Knoop dat maar goed in je oren vrouwlief"! Daarop rolde hij zichzelf een sigaret en ging verder puzzelen aan het slot van Ludwig Von beieren. Walter toch!