Sunday, June 26, 2005

Walter lust geen ossobucco

"Ach kom nou, die ossobucco lust ik niet"! Walter kruiste zijn armen en leunde achterover tegen zijn stoel."Het is niet die ossobucco die ik lust". Zijn vrouw, die inmiddels toch wel wat van hem gewend was, fronste haar wenkbrauwen en gaf zichzelf dan maar een extra grote portie." Lust ik ze wel die ossobucco? Ik dacht het niet"! Het was zijn vrouw nu wel erg duidelijk dat haar ossobuco een maat voor niets was. Op zich was dat niets ongewoon, Walter at immers niets van al haar bereidingen. Alleen waren er nogal weinig alternatieven. Daarom at hij uiteindelijk toch altijd braaf zijn bord leeg. Waar ze zich wel over verbaasde was dat Walter zijn ongenoegen op zo'n vreemde manier te kennen gaf. Vooral de hoogdravende zinsformuleringen die hij uitkoos, waren hoogst abnormaal."Ossobucco? Niet dat ik ze lust...Nee, van ossobucco lust ik beslist geen pap"! Zijn vrouw wist niet meer waar ze het had. Voor een meisje van simpele komaf was het ook niet echt een sinecure om een dergelijk woordgebruik zonder enige moeite te begrijpen. Ze voelde zich erg ongemakkelijk bij deze voor haar onbekende situatie en stiekem verlangde ze dat Walter weer in zijn normale doen zou hervallen."Geef me eten hoer"! Geen zwijnenkost"! Het was één van die vele uitspraken die niet echt vriendelijk bedoeld waren maar tenminste wel duidelijkheid schiepen."Ik durf u stellig te verzekeren dat deze ossobucco mij geen enkele voldoening zal verstrekken"! Walter was recht gaan staan en schoof zijn stoel keurig onder de tafel."Zo. Dat dit een krachtig signaal mag zijn"! Zijn vrouw barstte in tranen uit. Luid snikkend vroeg ze Walter om weer te praten als vroeger. Spijtig, Walter bleef onvermurwbaar."Hoezeer uw tranen mij ook ontroeren, de ossobucco kan helaas niet aan mijn gastronomische verlangens beantwoorden. Knoop dat maar goed in je oren vrouwlief"! Daarop rolde hij zichzelf een sigaret en ging verder puzzelen aan het slot van Ludwig Von beieren. Walter toch!

Wednesday, June 15, 2005

uit het dagboek van diezelfde veteraan

Zonder schoenen ging ik dus in de aanval. Het voordeel was natuurlijk dat ik iets gemakkelijker door het slijk liep en ook minder energie moest leveren om bij Fritz te geraken en hem eens flink mores te leren. Het nadeel was dan weer dat ik al snel op kop lag en dus als eerste op de korrel zou worden genomen. Ik was natuurlijk wel een beetje "ancien" nu en dus leek het mij gepast om de jonge enthousiastelingen onder mijn hoede te nemen. Mensen hadden me vroeger al verteld dat ik een rechtschapen knaap was met een flinke portie verantwoordelijkheidsgevoel. Zo was ik ooit het stamcafé van mijn vader binnengestapt en sprak de waard aan op het feit dat hij mijn vader moedwillig de dood injoeg. Mijn vader had het namelijk nogal moeilijk om voor zichzelf een grens te trekken. Gewoonlijk botste hij dan wel heel erg tegen die grens aan wanneer hij de boel weer eens helemaal onderkotste. Meestal was dat wanneer hij thuiskwam en zich in de fauteuil ging zetten. Mijn broer en ik spraken over de "braakbank"en mijn moeder had er na verloop van tijd ook een emmer klaargezet. Helaas was hij meestal te mottig om in de emmer te mikken.
In ieder geval was iedereen in het café met verstomming geslagen. Hun respect had ik van toen af aan wel verdiend. Hoewel ook mijn vader aanwezig was, heeft hij nooit geweten wat er die dag gebeurd was. Het was ook niet de drank die hem de dood injoeg, maar wel het paard dat niet kon luchten dat mijn vader pal achter hem was gaan staan. Toch beschouwde ik het als mijn plicht om het voortouw te nemen in deze aanval en hierdoor mijn eigen dood tegemoet te lopen.
Weldra zou Fritz aanleggen en het melodietje voorgoed uit mijn hoofd bannen. Ik dacht al na over de wijze waarop ik dodelijk getroffen zou neerzijgen en de manier waarop ik de rouwende soldaten zou toespreken."Onthou dat ik er altijd voor jullie geweest ben."Deze zin had best wel een grote emotionele geladenheid, alleen zou ze wat ongepast zijn aangezien ik die jongens van haar noch pluim kende. Bij deze gedachte draaide ik me even om, in de onbewuste bedoeling hun gezichten te visualiseren, maar het enigste gezicht dat ik herkende was het gezicht van de dood. Tot mijn afschuw bemerkte ik dat Fritz weer ongenadig had toegeslagen. Een enkeling liep terug naar onze stelling, een andere kerel was in de prikkeldraad blijven hangen en hier en daar zag ik het levenloze lichaam van mijn strijdmakkers. Het melodietje klonk nu oorverdovend luid. Dat was wel heel vreemd. Ik stond vast op enkele luttele meters van Fritz, en toch werd ik niet geraakt. Dat kon haast geen toeval meer zijn!
Iets moest me beschermen... Op het moment dat ik mezelf op eventuele verwondingen controleerde, verdween ineens het melodietje en ik zag hoe mijn hemd langzaam rood kleurde.
Toeval bestaat niet. Of toch?

Monday, June 06, 2005

Wie weet over wie het gaat? Een juist antwoord wordt beloond met een mooie prijs

Profiel
PaspoortNaam: Valère Maurice Caroline Lauwers
Geboortedatum: 12 oktober 1958
Geboorteplaats: Wolvertem
Huidige Woonplaats: Westrode bij Meise
Broers: Herman & Freddy
Zussen: Ingrid & Lydia
Getrouwd: 4 september 1982, Marcella Tierens
Kinderen: 25 augustus 1986, Carmen
Uiterlijk
Ogen: groen
Haar: bruin
Lengte: 1m74
Gewicht: 72 kg
Schoenmaat: 42
FavorietenDrank: Chivas Regal Whisky
Gerecht: steak met frietjes
Snoep: witte pralines
Kleur: blauw
Film: liefst actiefilms

Over welke bekende vlaming hebben we het hier?

Saturday, June 04, 2005


Bart Kaell in D-mineur Posted by Hello

UIt het dagboek van een veteraan

Enkele dagen al lagen we zwaar onder vuur.De kogels floten al zolang rond mijn oren dat ik er langzaam aan een melodietje in begon te herkennen. Mijn schoenen was ik bovendien al een paar dagen kwijt, omdat de zompige grond ze me op een mooie dag afhandig had gemaakt. Sindsdien had ik al een paar expedities ondernomen om mijn schoenen terug te vinden, maar telkens ik het niemandsland betrad, herkende ik dat melodietje weer. In ieder geval, het werd nog eens tijd voor een flink tegenoffensief. Zonder schoenen dan maar. Met de eer van het vaderland indachtig liep ik de vijand tegemoet. Op een zeker moment resulteerde het lopen vreemd genoeg niet meer in vooruitgang. Het was alsof er één of ander venijnig beest aan mijn been aan het knagen was. Toen ik naar beneden keek zag ik dat het weer die vermaledijde prikkeldraad was. Jammer genoeg had die me de doorgang versperd. Welke oelewapper had die daar toch in hemelsnaam neergelegd? Voor zover ik weet zorgt zo'n draad alleen maar voor nodeloos oponthoud. Zowel van onze manschappen als van Fritz en zijn soldaten. De bedoeling van zo'n oorlog is toch om aan te vallen? Vanuit de penibele situatie waarin ik zat, leek het me nogal moeilijk om erg veel offensieve vaardigheden aan de dag te leggen. Integendeel. Het kwam er plots op aan om ongeschonden uit dat ijzeren onding te geraken. En dat was alles behalve een eenvoudige klus. De Duitser die enkele meters verder ooit hetzelfde probleem ondervond, keek met argusogen toe in de hoop iets van mijn gespartel op te steken. Spijtig genoeg kon ik hem hiermee niet echt van dienst zijn. Ook mijn linkerbeen, dat als enige lichaamsdeel nog niet in de draad verstrikt zat, was deel gaan uitmaken van de kilometers lange prikkeldraad die beide partijen van elkaar gescheiden hield. Aangezien het er naar uitzag dat de draad me niet zou laten gaan, besloot ik om mijn eigen kleine strijd te staken. Ik dacht na over de groene, ongeschonden velden uit het verleden en de zachte lenden van mijn éléonore. Van mijn makkers moest ik blijkbaar ook niet veel hulp meer verwachten. Na enkele uren had ik nog steeds niemand gezien en het leek me vrij duidelijk dat Fritz hen niet al te hartelijk ontvangen had. Nee, bij Fritz moest je niet op de koffie gaan. Nu goed, daar zat ik dus en de uren gleden langzaam voorbij. De Duitser had nu zijn arm weten te bevrijden en had gepoogd om zijn makkers te signaleren. Het was een poging die hij al snel moest staken. Er was in ons kamp immers vers bloed toegestroomd en er mocht geen twijfel over bestaan dat al die jonge snaken op scherp stonden. Zo gebeurde het dat ik bij het volgende offensief door een moedige soldaat uit die vervloekte draad werd bevrijd. Meteen pakte ik mijn geweer en ging mee in de aanval. Lustig floot ik het melodietje mee dat nu weer vrolijk over de modderige Vlaamse velden hing...

Friday, June 03, 2005


abstracte kunst:mijn stokpaardje! Posted by Hello

uit het archief van een rebel Posted by Hello
Free Website Counter
Free Web Site Countertml> <